previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: 'Van de Schoonheyt' en zijn dichter Author(s): ZIELEMAN, G.C. Journal: Spiegel der Letteren Volume: 37 Issue: 2-3 Date: 1995 Pages: 173-212 DOI: 10.2143/SDL.37.2.2003890 Abstract : In 1615 verscheen bij de Amsterdamse uitgever en boekverkoper Dirck Pietersz. „in de witte Pars” — hij zal zich later Dirck Pietersz. Pers noemen — het liedboek Apollo of Ghesangh der Musen.Bredero schreef er een (te) uitvoerig drempelgedicht voor, dat de uitgever noopte acht bladzijden aan de blijkbaar reeds gedrukte bundel voor te voegen: Apolloos aanspraack totte Nederlandtsche Jonckheyt (p. *3-*8, 1-6). Het eigenlijke liedboek (p. 9-120) omvat 140 liederen en gedichten, merendeels in de toen nieuwe geest en stijl, waarvan er slechts 38 zijn gesigneerd met de naam dan wel de initialen of/en de zinspreuk van de respectieve auteurs. Tot de ongesigneerde bijdragen aan de bundel behoren op p. 73-83 twaalf sonnetten Van de schoonheyt, waarin de auteur de lichamelijke en zedelijke kwaliteiten van een niet met name genoemde ongehuwde, jonge vrouw beschrijft. |
|