previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Veldnamen en agrarische geschiedenis Author(s): DEVOS, M. Journal: Naamkunde Volume: 32 Issue: 1-2 Date: 2000 Pages: 69-87 DOI: 10.2143/NK.32.1.616436 Abstract : Plaatsnamen zijn verwijzende taaltekens waarmee we welbepaalde onderdelen van het landschap identificeren en lokaliseren binnen een topografisch referentiekader. Zoals andere eigennamen hebben plaatsnamen binnen de grenzen van hun actieve communicatieradius in principe slechts één drager, waarmee ze vast verbonden blijven. Eigennamen vervullen dan ook een heel andere rol in het taalverkeer dan soortnamen: ze beschrijven hun drager niet, ze benoemen hem niet als lid van een categorie gelijksoortige dingen waaraan bij de taalgebruiker een inwendig kennisbeeld, m.a.w. een begrip of een concept beantwoordt. Ze dienen om een individu aan te duiden in onderscheid tot andere individuen. Field Names and Agricultural History Place names are referencing linguistic signs that we use to identify elements of a scenery or to localise them within a topographic reference. Like other personal names, place names have within the borders of their reference only one bearer, were they are permanently linked to. Personal names play thus a completely different role in language than type names: they do not describe their bearer, they name him as part of a category of similar things to which a language-user has an internal idea, a concept responds. They serve to tell one individual from an other. |
|