previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Wat heet dood? Subtitle: Een beschouwing over het levenseinde in de Westerse cultuur Author(s): DEKKERS, Wim Journal: Ethische Perspectieven Volume: 4 Issue: 4 Date: december 1994 Pages: 159-169 DOI: 10.2143/EPN.4.4.632439 Abstract : De dood verschijnt — soms letterlijk — in vele gedaanten. Behalve verschillende soorten dood bestaan er tal van verschillende houdingen ten opzichte van de dood. Beerling (1976) noemt drie ‘ideaaltypische’, cultuurhistorische basishoudingen. Vanuit een fatalistische houding accepteert men de dood als een onvermijdelijk fenomeen. Men sterft wanneer de tijd is gekomen. De Middeleeuwen zouden hier als voorbeeld kunnen dienen. Vanuit een activistische houding wil men met alle middelen de dood uitbannen en het leven verlengen. Een dergelijke attitude is ons Westerlingen anno 1994 niet vreemd. Vanuit een indifferente houding tenslotte ontkent men de dood en zijn betekenis voor het menselijk bestaan. Een goed voorbeeld van deze laatste houding is Epicurus. Deze probeerde duidelijk te maken, dat wij niets met de dood te maken hebben: zolang wij er zijn, zo redeneerde hij, is de dood er niet, en zodra de dood er is, zijn wij er niet meer. In deze bijdrage ga ik na, hoe in onze Westerse cultuur de dood verschijnt en hoe wij de dood interpreteren. Daarbij zal ik in het tweede deel van deze bijdrage vooral aandacht schenken aan de manier waarop de dood fungeert in de theorie en praktijk van de geneeskunde. Om echter een beter zicht te krijgen op het fenomeen dood in onze moderne cultuur, bespreek ik allereerst enkele beelden van de dood uit het verleden. Ik doe dit aan de hand van de mentaliteits-historische studies van de Franse historicus Philippe Ariès (1914-1984), een van de belangrijkste moderne auteurs over ons omgaan met de dood. |
|