previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Welke bijdrage kan België leveren aan de internationale strijd tegen de straffeloosheid? Author(s): REYCHLER, L. Journal: Ethische Perspectieven Volume: 14 Issue: 2 Date: Juni 2004 Pages: 123-130 DOI: 10.2143/EPN.14.2.504656 Abstract : Dat België in 1993 en 1999 wetten uitvaardigde tegen ernstige schendingen van humanitair recht kon ons alleen maar hoopvol stemmen. Wij zijn niet zo naïef te geloven dat zij een impact hebben gehad op het voorkomen van het geweld in de wereld, maar ze hebben het thema tenminste op de politieke en publieke agenda gezet. Deze wetten hebben het menselijk leed niet ingedijkt. In de tien voorbije jaren zijn we getuigen geweest van etnische zuiveringen in Bosnië en verkrachtingskampen in Omarska, van de explosieve volkenmoord in Rwanda, van het chronische genocidaire geweld in Burundi en wisten we van de miljoenen slachtoffers in Congo. Meer nog, volgens generaal Dallaire hebben de terugtrekking van de blauwhelmen en het falen van de internationale gemeenschap bijgedragen tot de genocidaire uitbarsting in Rwanda. België en de Europese Unie kunnen hun verantwoordelijkheid niet ontvluchten door met de vinger naar de Verenigde Staten te wijzen. Het berechten in 2001 van een Rwandees zakenman, een hoogleraar en twee nonnen is geen overtuigende indicator van succes. Met af en toe punten te scoren voert men geen effectief geweldpreventiebeleid. Toch is dit Belgisch politiek-juridisch initiatief goed nieuws. Vooreerst omdat dit wet-creërend en wet-gevend proces de discussie over politiek geweld en de verantwoordelijkheid en medeverantwoordelijkheid ervoor gestimuleerd heeft. Positief is ook dat verschillende taboes werden doorbroken. Sharon werd aangeklaagd voor zijn medeplichtigheid aan de afslachtingen van Palestijnen in Sabra en Shatilla, Bush en zijn trawanten werden aangeklaagd voor de manier waarop de oorlog in Afghanistan werd gevoerd. Zelfs onze eigen minister Michel werd aangeklaagd omdat hij zijn goedkeuring gaf aan de wapenleveringen aan Nepal, waar nog altijd oorlog wordt gevoerd. Het is bijzonder jammer dat deze evenementen niet werden aangewend om een inhoudelijke discussie te voeren over geweld en geweldpreventie. Een gesprek, of beter nog een dialoog, werd al vlug in de kiem gesmoord door de angst voor sancties vanwege de Amerikanen, die dreigden met de eventuele overplaatsing van het NAVO-hoofdkwartier naar Warschau. Ook economische overwegingen speelden een grote rol. De prijs was te hoog. De genocidewet en de wet omtrent wapenleveringen werden aangepast en ontkracht. Wat er nu nog van overblijft, betekent niet veel meer dan een symbolische geste. Dit moet ons echter niet cynisch maken. Ieder land moet met zijn beperkingen rekening houden. Het goede nieuws is dat we meer kunnen doen, maar dan niet unilateraal, wèl collectief multilateraal. Het voorkomen van genocide en andere grove schendingen van het humanitair recht is een collectieve verantwoordelijkheid die het best met gelijkgestemden gezamenlijk wordt aangepakt. Een klein land als België kan op verschillende wijzen een belangrijke bijdrage leveren in de preventie van genocide. In deze bijdrage gaat de auteur verder op deze mogelijkheden in. |
|