previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Het woekerende œuvre van Jeroen Brouwers Author(s): PEETERS, P. Journal: Spiegel der Letteren Volume: 37 Issue: 2-3 Date: 1995 Pages: 223-232 DOI: 10.2143/SDL.37.2.2003893 Abstract : Het meest opvallende aspect van de Brouwers-studie is wel dat ze wordt gestroomlijnd door de uitspraken die Brouwers zelf doet omtrent zijn œuvre. In essays, egodocumenten en romans spint hij rond zijn werk een web van uitspraken over de structuur, de thematische complexen en de schrijfintenties die aan zijn œuvre ten grondslag liggen en tracht daardoor, al dan niet bewust, de studie van zijn werk te orchestreren. Symptomatisch voor het verlangen de receptie van het eigen werk in de hand te houden zijn een paar uitspraken in een interview met T. van Deel: „Ik wil niet dat er in het wilde weg geïnterpreteerd wordt.”, later door volgende ironiserende opmerking nog versterkt: „Interpreteren, wat nut? Beter is, eerst even de schrijver te bellen.” |
|