previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: De achterdeur van Lippijn is een voordeur Subtitle: Tekst en toneelinrichting van een klucht Author(s): SCHENKEL, J. Journal: Spiegel der Letteren Volume: 39 Issue: 3-4 Date: 1997 Pages: 285-290 DOI: 10.2143/SDL.39.3.2003803 Abstract : Over de opvoeringspraktijk van de abele spelen is tot nu toe weinig bekend. Het enige dat is overgebleven zijn de teksten zelf, met de daaraan gekoppelde kluchten en de schaarse regieaanwijzingen in deze teksten. Inzicht in hoe we ons een opvoering moeten voorstellen, kan verkregen worden door de teksten grondig te bestuderen maar veel aardiger, en vaak verrassender, is het om de toneelstukken op te voeren. Een vorm van experimenteel onderzoek die niet nieuw is. In 1977 beschreef W.M.H. Hummelen opvoeringen van de abele spelen uit het begin van deze eeuw. Dat de overgeleverde teksten ruimte laten voor meer dan een interpretatie voor wat betreft de opvoeringspraktijk, zal geen verrassing zijn. Gaan de spelers van het toneel wanneer zij niet aan de beurt zijn of blijven zij voortdurend op het toneel? En hoe moeten we ons voorstellen dat twee locaties worden weergegeven? |
|