this issue
previous article in this issuenext article in this issue

Document Details :

Title: Verveling en moraliteit
Author(s): VANMECHELEN, Xavier
Journal: Ethische Perspectieven
Volume: 25    Issue: 4   Date: december 2015   
Pages: 321-334
DOI: 10.2143/EPN.25.4.3132142

Abstract :
In verveling verliest het alledaagse leven geleidelijk zijn betekenis en leeft men in afwachting van de komst van iets echt betekenisvols. Deze toestand wordt door sommigen een wortel van alle kwaad genoemd en door anderen gelauwerd. Moet verveling moreel afgekeurd worden? Binnen een wetethische traditie is dit volstrekt misplaatst. Het is mogelijk dat de verveelde aan zijn morele plichten voldoet en niet uit verveling iets ongeoorloofds doet. Een moreel gebod om interesse te hebben in het alledaagse leven bestaat er overigens niet. Toch knaagt er iets aan de verveelde. Een vorm van gewetensnood of wroeging achtervolgt hem. Het probleem lijkt te zijn dat hij niets van zijn leven bakt. Een deugdethische traditie laat toe om te duiden wat er moreel gezien fout loopt in de verveling. De verveelde minacht de basale alledaagse interesses waarvan men de betekenis niet op een zinvolle manier kan betwijfelen. En hij leidt een louter imaginair bestaan waarin gewacht wordt op de komst van iets onalledaags dat opnieuw betekenis moet geven aan zijn leven. Ondertussen is zijn leven een impasse: hij doet niets. Dat kan op een milde manier moreel afgekeurd worden. Zo toont verveling ons de weg van een alternatieve (niet-wetethische) hermoralisering van het leven.

Download article