this issue
previous article in this issuenext article in this issue

Document Details :

Title: Denn, was schlummert, ist noch da... Ein Kölner Stundenbuch aus den 14./15. Jahrhundert
Subtitle: Geert Grote und die Windesheimer
Author(s): TAX, Karl W.J.M.
Journal: Ons Geestelijk Erf
Volume: 71    Issue: 3   Date: 1997   
Pages: 205-214
DOI: 10.2143/OGE.71.3.2003387

Abstract :
In het jaar 1855 publiceerde de Poolse priester en leraar Duits Eugeniusz Janota (1823-1878) een reeks religieuze teksten: psalmen, hymnen, kerkelijke gebeden en gebeden tot heiligen, waarvan enkele zelfs op rijm, die in het jaarverslag van het ‘kaiserlich königliche’ gymnasium in Krakau (het St.-Annagymnasium), waar Janota les gaf, verschenen. Ze waren afkomstig uit een middeleeuws, op perkament geschreven getijdenboek dat evenwel sedertdien spoorloos was.
Pas in de herfst van het jaar 1989 bleek, dat kostbare delen van genoemd getijdenboek, zes miniaturen en drieëntwintig gedeeltelijk verluchte bladen met teksten, bewaard gebleven waren. Nader onderzoek wees namelijk uit, dat ze met de desbetreffende gedeelten van de door Janota in de inleiding op zijn publicatie beschreven en gebruikte legger inderdaad overeenstemden. Daarnaast bleek dat de genoemde perkamenten bladen zich reeds geruime tijd, sinds 1941 namelijk, in Duitsland bevonden.
Hier wordt, door middel van een korte inleiding op het thema, verslag gedaan van de vondst en tevens ingegaan op enige aspecten van het originele handschrift en de door Janota verzorgde publikatie. Vervolgens komt aan bod het soort werk, de geestelijk/spirituele omgeving van dergelijke gebedenboeken en, daarmee in verband staande, ook de inhoud van hetgeen hier besproken wordt. Ook wordt in het kort aandacht besteedt aan de taal: de tekst is namelijk niet in het Latijn geschreven, maar in de volkstaal: het Ripuarisch/Keuls. Voorts wordt gepoogd het handschrift, dat uit twee bronnen put, te dateren: enerzijds op grond van de inhoud, waarbij voornamelijk de psalmen — hoewel niet alleen! — een belangrijke rol spelen, anderzijds met behulp van de verluchting van het manuscript, waarbij vanzelfsprekend kunsthistorische aspecten een rol spelen. Wat de herkomst van het handschrift aangaat, kan gezegd worden dat er veel aanknopingspunten zijn die wijzen op de stad Keulen, resp. het Keulse aartsbisdom, zulks met inbegrip van de aangrenzende Duitse en Nederlandse gebieden.

Download article