previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: De euthanasiewet uitgedokterd Subtitle: Psychisch lijden bij euthanasie: klinisch-theoretische nuanceringen Author(s): VANDE WALLE, Sarah , CALMEYN, Marc Journal: Ethische Perspectieven Volume: 26 Issue: 2 Date: juni 2016 Pages: 127-159 DOI: 10.2143/EPN.26.2.3159677 Abstract : In dit artikel wordt de (Belgische) wet op euthanasie en toepassing ervan constructief kritisch onderzocht. Doorheen een nauwkeurig verkennen en leren kennen – de etymologie van ‘diagnose’ – wat euthanasie al dan niet inhoudt, worden klinische en theoretische nuanceringen aangebracht. Het overstijgen van ideologische polemieken en het leveren van een gefundeerde bijdrage aan dit maatschappelijk-ethische debat worden beoogd. Eerst worden de verschillende wettelijke euthanasiecriteria becommentarieerd. Tevens komt het gewijzigd denkkader binnen de geestelijke gezondheidszorg aan bod. Kostenefficiëntie en resultaat krijgen er de nadruk, met als motto ‘kort en krachtig’. Echter, voor deze aanpak betaalt de mens als subject een hoge prijs! Er wordt gesteld dat de eigenheid van de psychopathologie haar weergave niet vindt in de somatisch-medische euthanasiewetgeving en -toepassing. Het antropologische verschil wordt genegeerd en de autonomie van het individu wordt beperkt. Bovendien heeft het subjectief lijden de toekomst niet in handen. Verheldering van deze concepten noopt tot herdenken van ethische keuzes. Immers, ‘hoop doet leven’? Vervolgens wordt voornamelijk behandeld wat de wet niet behandelt. De impliciete boodschappen in de expliciete boodschap ‘ik wil sterven’, de therapeutische relatie, de (machts)positie van de arts en enkele maatschappelijke tendensen komen aan bod. Daarnaast worden enkele argumenten pro euthanasie gekaderd. Kritische reflectie leidt tot de vaststelling dat euthanasie eerder symptoom (verlossing) dan oplossing is. Symptoom resulterend uit de ontkenning van de eigenheid van psycho(patho)logie. Zo is de therapeutische relatie wezenlijk anders bij een psychiatrische ‘aan-doening’. De arts – met zijn visies, ervaringen, angsten, gebreken – is als persoon veel meer geïmpliceerd in de psychosociale hulpverlening dan in de somatische geneeskunde. Aansluitend geldt euthanasie ook als symptoom van de huidige westerse maatschappij met het ideaal van de jonge, gezonde en presterende burger. Lijden, ziekte, veroudering en dood horen er niet bij. Problematisch is vooral dat de lijdende, zieke, oudere en stervende er evenmin bijhoren. |
|