previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Uiteenzetting voor de Senaat op 9 december 1997 in de context van het Euthanasie-debat Author(s): VERMYLEN, Jozef Journal: Ethische Perspectieven Volume: 7 Issue: 3-4 Date: Oktober-December 1997 Pages: 184-189 DOI: 10.2143/EPN.7.3.563162 Abstract : In tegenstelling tot wat gedacht zou kunnen worden, wensen de meeste artsen die ik ken niet om, zoals James Bond, te mogen beschikken over een “licence to kill”. Zij beschouwen het opzettelijk doden als fundamenteel tegenstrijdig aan de principes van een helend beroep; zij hebben veel ervaring met het waardig laten sterven maar niet met het doden; zij zijn huiverig voor vragen naar vroegtijdige euthanasie bij patiënten die preventief willen optreden tegen dreigend, misschien verkeerd aangevoeld, waardigheidsverlies (uitzichtloosheid op termijn); zij zijn ongerust dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen existentieel en lichamelijk lijden als motivatie van euthanasie. Ik ben een democraat en besef dat ik in een pluralistische gemeenschap leef. Ik kan aanvaarden dat sommigen op de vraag naar euthanasie positief wensen te antwoorden bij toestanden van terminale lichamelijke aftakeling; ik kan dit aanvaarden mits adequate interne controles vóór en externe controles na de procedure. Een wettelijke regeling in deze zin is wellicht te verkiezen boven de huidige de facto straffeloosheid van handelingen die niet aan deze minimale eisen voldoen. In onze instelling zal evenwel eerder geopteerd worden voor de hoger aangehaalde alternatieven: palliatieve zorgen en, desnoods, gecontroleerde sedatie. |
|