previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Commissie Ethiek en Moraaltheologie: impasse of uitdaging? Author(s): VAN OSTA, Jozef Journal: Ethische Perspectieven Volume: 9 Issue: 2 Date: juli 1999 Pages: 111-119 DOI: 10.2143/EPN.9.2.516876 Abstract : Wie de politieke actualiteit volgt, is het niet ontgaan dat in binnen- en in buitenland regelmatig bio-ehische kwesties op de agenda staan. Zo denken we aan de installatie van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek in België in januari 1996 en de reeds uitgebrachte adviezen . De hedendaagse bio-ethische vraagstelling — als kritische reflectie op wat biomedisch mogelijk is — komt inderdaad niet uit de lucht vallen. In feite hebben bio-ethiek en commissie-ethiek hun wortels in een ver verleden en met name het deontologisch kader van de Hippocratische beroepsethiek. Rond het midden van de twintigste eeuw tekenden er zich binnen de medische ethiek echter belangrijke verschuivingen af. De geneeskunde kreeg immers meer dan voordien een experimenteel karakter. De excessen van de experimentele geneeskunde in nazi-Duitsland en de radicale revolutie van de medisch-technische mogelijkheden veroorzaakten een beslissende wending in de medische ethiek. De Code van Nürenberg in 1947 , de Verklaring van Helsinki in 1964 en haar latere herzieningen , en de Verklaring van Manilla door de Wereldgezondheidsorganisatie in 1981 vormden de officiële, internationale antwoorden op deze ontwikkelingen. |
|