previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: (Zaken)ethiek [v.] Subtitle: De invloed van vrouwelijke beroepsparticipatie op de bedrijfscultuur Author(s): SIEBENS, Herman Journal: Ethische Perspectieven Volume: 9 Issue: 3-4 Date: 1999 Pages: 164-182 DOI: 10.2143/EPN.9.3.516858 Abstract : De sterke instroom van vrouwelijke werknemers in de bedrijven tijdens en na de Tweede Wereldoorlog was geen nieuw fenomeen. Ook in de 19de eeuw namen heel wat vrouwen deel aan het arbeidsproces, voornamelijk in textielbedrijven. Vanaf het einde van de 19de eeuw inspireerden maatschappelijke en morele problemen tot een wetgeving die beroepsarbeid voor vrouwen ontmoedigde. Het terugdringen van de vrouw binnen de huismuren was ook het resultaat van sociale acties ondermeer door verlicht, caritatief paternalisme en sociaal-utopisme onder bedrijfsleiders en van de welvaartsstijging rond 1900. In 1850 waren 67% vrouwen beroepsactief. In 1950 waren dat er slechts 15%. Het zou tot 1990 duren vooraleer de vrouwen weer eenzelfde globale beroepsactiviteit haalden als in 1850. De tendens om vrouwen `van beroepsarbeid te behoeden' ging gepaard met de idealisering van het burgerlijk gezinstype waarin een duidelijke functiescheiding werd voorgestaan tussen (huis)vrouw en (beroeps)man, wat zich ondermeer vertaalde in een dubbelzinnige, burgerlijke gezins- en seksualiteitsmoraal. Deze scheiding ging in tegen de eeuwenoude, middeleeuwse opvattingen over de functie van mannen en vrouwen in het beroepsleven. |
|