previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Blasfemie: een vergeefbare zonde in een seculiere rechtsstaat? Subtitle: Rusland als testcase Author(s): MYKHALIUK, Khrystyna , DE TAVERNIER, Johan Journal: Tijdschrift voor Theologie Volume: 55 Issue: 2 Date: 2015 Pages: 147-168 DOI: 10.2143/TVT.55.2.3197434 Abstract : Blasfemie stamt af van βλασφημία, een samenstelling van βλάπτω (beledigen) en φήμη (taal). Letterlijk betekent het onrespectvol spreken over iemand of iets. Het heeft ook de betekenis van ‘laster’ en ‘goddeloosheid’. In de loop van de geschiedenis wordt het exclusiever in een religieuze context gebruikt. Lange tijd wordt blasfemie gezien als een misdaad waarbij God gekrenkt wordt door middel van blasfemisch taalgebruik. Tegenwoordig definiëren we blasfemie als diverse vormen van aanstootgevend gedrag in woord en beeld, bijvoorbeeld een persiflage op religieuze beelden of heiligschennend spreken over God. Het fenomeen van blasfemie overbrugt de grenzen van de tijd en de wereldreligies. Vele landen kennen zogenaamde blasfemiewetten (of antiblasfemiewetten). In wat volgt, nemen we de Russisch-orthodoxe context als focus. Hoewel Rusland officieel een seculiere staat is, is er toch een groeiende samenwerking tussen de Russisch-Orthodoxe Kerk en de staat. Blasphemy can be defined as a complex and diverse offense that consists in the attack upon religious images and action or offence of speaking sacrilegiously about God or sacred things. The presence of blasphemy laws in the legislation of many countries, such as Russia, provokes a lot of discussion. The focus of the present article is on the possible misunderstandings when the incitement to religious hatred legislation and the laws against the offence to religious feelings of believers are wrongly referred to as ‘blasphemy laws’. One of the points under discussion is the question whether blasphemy is to be understood as an offence to God or to religious feelings of believers. We try to demonstrate that the theologically sound rationale of blasphemy necessarily involves the idea of the offence to God, whereas the offence to religious sensitivities of believers reduces blasphemy to an anthropological category. We will use the example of Russia to illustrate this. Recent documents of the Russian Orthodox Church, devoted to the problem of blasphemy and changes in the legislature of the Russian Federation are interesting sources for investigation. They have initiated a public debate about the functioning of blasphemy laws in secular nation-states where the claimed separation between the Church and the state coexists with a surprising cooperation. |
|