previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: De-culturalisatie en de aanslagen in Parijs Subtitle: Uitnodiging tot liberaal zelfonderzoek Author(s): GROENEWEG, Ton Journal: Tijdschrift voor Theologie Volume: 56 Issue: 1 Date: 2016 Pages: 5-18 DOI: 10.2143/TVT.56.1.3194508 Abstract : In zijn commentaar op de gebeurtenissen van 13 november in Parijs, wijst de Franse politicoloog en islamkenner Olivier Roy op de sociale achtergrond van de aanslagplegers. Ze stammen uit de tweede (niet uit de eerste en niet uit de derde) generatie migranten uit Noord-Afrika (en niet uit Turkije), of het zijn jongeren van Franse origine (‘de la souche’) die zich onlangs tot de islam hebben bekeerd. Hun vervreemding van de Franse cultuur en samenleving heeft verschillende redenen, maar wat ze gemeen hebben is, volgens Roy, dat de islam eerder een legitimatie dan een oorzaak is voor hun radicalisering. ‘Het gaat niet om de radicalisering van de islam, maar om de islamisering van het radicalisme’, schrijft hij kernachtig. De werkelijke oorzaak moet gezocht worden in een fenomeen dat Roy ‘deculturatie’ noemt. Voortbouwend op een argument uit zijn boek La sainte ignorance, wijst hij erop dat het nu juist een gedecultureerde, ‘pure’ vorm van islam is, een ‘islam de rupture’, die jongemannen aantrekt uit precies deze sociale groepen. De banier van isis laat zich gewillig hijsen in de vlaggenmast van hun radicalisme. Ze zijn gedecultureerd, losgeraakt van culturele inbedding, in die zin dat ze niet langer behoren tot de islamitische cultuur van hun ouders (de eerste generatie migranten die nog de cultuur bij zich dragen waaruit ze komen) en nog niet behoren tot de islamitische cultuur die wortel heeft geschoten in Frankrijk (de derde generatie jongeren die op de een of andere manier een plaats hebben gevonden in de Franse cultuur). According to Olivier Roy, the attacks in Paris on November 13th were performed by radicalized members of a deculturated generation of Muslim youth. In this article, I take up this notion of ‘deculturation’ and slightly extend it with the help of Wendy Brown’s analysis of the ambiguous position of culture in liberal societies. Culture is both celebrated by liberalism, but also rejected as something it has emancipated from. I use the term ‘de-culturalization’ to address the more active component of this generalized process of the loosening of cultural bonds, which in liberal societies is accompanied by a structure of dissimulation or even conceit, through which liberal culture projects itself as superior to others by claiming to have freed itself from the bonds of any specific culture. A similar process can be identified with regard to secularism, which likewise projects itself as superior to religious affiliations of any kind, because it is conceived as the ‘neutral’ ground that is common to all. I explain how this on the one hand leads to the depreciation and exclusion of other cultures, like those of religious and cultural minorities in Europe. On the other hand, it also isolates liberal individuals in their cultural experiences, which remain entirely personal and private. In this sense, the present crisis as a result of the threat of terrorism, but also incited by the refugee crisis, could offer opportunities as well. It could lead to recognizing how the process of liberal de-culturalization implies a profound loss of meaning, because cultural or religious experience is severed from its political potential. This recognition need not necessarily result in a rejection of liberalism, but could invite us to a deeper reflection on its hidden biases and inner contradictions, in the attempt to open up the secluded privacy of our inner experiences as a liberating prospect both for others and for ourselves. |
|