previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Het intrestdebat in het Westen Author(s): VAN LIEDEKERKE, Luc Journal: Ethische Perspectieven Volume: 3 Issue: 1 Date: maart 1993 Pages: 17-24 DOI: 10.2143/EPN.3.1.2017613 Abstract : Lang voor het geld in geslagen muntvorm beschikbaar was vormden leningen met daarbij horende intrestvergoedingen een vast onderdeel van de economie. In de sedentaire samenlevingen van het neoliticum had kapitaal de vorm aangenomen van zaaigoed, gereedschap maar vooral van vee. Uit de veeteelt zijn talrijke financiële termen ontstaan. In eerste instantie het woord kapitaal zelf, maar ook pecuniën, afgeleid van het latijnse pecus wat kudde betekende. De Sumeriërs gebruikten het woord mas om zowel intrest als kalf aan te duiden en het hyroglifische mess betekent naast intrest ook geboren doen worden. Het Griekse tokos heeft opnieuw de dubbele betekenis van geboorte (wat is voortgebracht) en winst. In de oude Griekse cultuur is vee de waardemeter voor het goud en zilver dat bij de ruil werd gehanteerd. Zo verhaalt Homeros hoe één van de vrijers Odysseus een bijdrage belooft in goud en brons ter waarde van twintig ossen. Vee lijkt het eerste echte produktief actief geweest te zijn. De koppeling tussen monetaire opbrengst enerzijds en baren anderzijds is dan ook niet verwonderlijk. Later zal deze analogie een belangrijke rol gaan spelen in het intrestdebat. |
|