previous article in this issue | next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: De Lannoy's 'Aan myn Geest' (1766) Subtitle: Een ingenieus debuut? Author(s): VAN OOSTRUM, W. Journal: Spiegel der Letteren Volume: 37 Issue: 1 Date: 1995 Pages: 15-38 DOI: 10.2143/SDL.37.1.2003897 Abstract : Vanaf haar eerste gedichten neemt Juliana Cornelia de Lannoy (1738-82) een duidelijke positie in. Zij stelt zich nadrukkelijk teweer tegen het tot norm geworden vooroordeel dat vrouwen van nature over een geringere intellectuele bagage dan mannen zouden beschikken en zich daarom tevreden moeten stellen met een ondergeschikte plaats in de maatschappij. En zij verzet zich tegen de situatie dat vrouwen alleen voldoening mogen putten uit de verzorging en behoeftebevrediging van echtgenoot en kinderen. Als De Lannoy haar capaciteiten, energie en werklust volledig richt op haar letterkundige ambities keert zij zich bewust tegen het dan heersende maatschappelijke verwachtingspatroon, dat dicteert dat dichten vrouwetissement en niet als levenswijze. |
|