next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Een ridder, twee vrouwen Subtitle: Amsterdam, U.B., hs. I A 24k ontraadseld? Author(s): CLAASSENS, G.H.M. Journal: Spiegel der Letteren Volume: 38 Issue: 4 Date: 1996 Pages: 239-257 DOI: 10.2143/SDL.38.4.2003851 Abstract : In de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek worden onder signatuur I A 24k twee perkamenten stroken bewaard, die ooit beide tot een en dezelfde laat-veertiende- of vroeg-vijftiende-eeuwse codex behoorden. De fragmenten bevatten te zamen nog 102 (deels beschadigde) versregels van een onbekende tekst. In zijn repertorium vermeldt H. Kienhorst dat de twee stukken elk van een ander blad zijn, een gegeven dat niet onbelangrijk is voor het vaststellen van de textuele verhoudingen. Toen G. Kalff in 1890 de tekst van de fragmenten kritisch uitgaf, kon hij geen verdere mededelingen doen omtrent de identiteit ervan. M. Ramondt verwoordde in 1932 haar stellige overtuiging dat de tekst terug zou gaan op de veertiende-eeuwse Oudfranse avonturenroman Lion de Bourges. Ramondt baseerde zich voor haar bevindingen evenwel op een samenvatting van de Lion de Bourges, aangezien er nog geen editie beschikbaar was. Sedert een vijtiental jaren is er een moderne editie van deze tekst beschikbaar en een vergelijkend onderzoek maakt spoedig duidelijk dat de tekst van de Amsterdamse fragmenten geenszins het restant van een Middelnederlandse vertaling van de Lion de Bourges is. Er is enkel een uiterst vage overeenkomst op het niveau van gebruikte motieven en van een woordelijke overeenkomst is nergens sprake. Daarmee ligt de vraag naar de identiteit van het verhaal weer volledig open, ervan uitgaande dat we hier niet met een oorspronkelijk Middelnederlands werk te maken hebben. In deze bijdrage wil ik bezien of deze identiteit zich laat vaststellen, maar ook wil ik de vraag naar de aard van de tekst stellen: bevatten de Amsterdamse fragmenten inderdaad het restant van een tekst die tot de ridderepiek gerekend moet worden? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, lijkt het gedienstig de tekst van de fragmenten opnieuw uit te geven en van een commentaar te voorzien. |
|