next article in this issue |
Preview first page |
Document Details : Title: Christian Mystic Testimony Author(s): DEBLAERE, Albert () Journal: Ons Geestelijk Erf Volume: 72 Issue: 2 Date: juni 1998 Pages: 129-153 DOI: 10.2143/OGE.72.2.2003371 Abstract : Het getuigenis van de christelijke mystici spreekt van een directe en passieve ervaring van Gods tegenwoordigheid. De wetenschappelijke studie ervan wordt bemoeilijkt doordat het mystieke fenomeen geen plaats vindt binnen het geheel van de theologie: het hoort niet thuis in de moraaltheologie maar evenmin in de dogmatische theologie. Bovendien moet men het woord van de mystici ernstig nemen, dat het onmogelijk is op adequate wijze over hun ervaringen te getuigen. Alvorens tot een bespreking van de centrale kenmerken van het mystieke getuigenis over te gaan worden terloops twee punten aangeraakt die het situeren van de mystiek binnen het kader van de religieuze wetenschappen bemoeilijken: het gebrek aan een mystieke theologie sui generis en aan inzicht in de relatie tot de mystieke getuigenissen van de andere religies. Dan wordt nader ingegaan op de twee belangrijkste karakteristieken van de mystieke ervaring: direct en passief. Een zogenaamde ‘verworven contemplatie’ is dus uitgesloten. Het eigen karakter van de mystieke ervaring heeft twee gevolgen: [1] wanneer ze onttrokken wordt, meent men in de illusie te hebben geleefd; [2] ze is onmededeelbaar. Deze ervaring betreft niet alleen een goddelijke aanwezigheid maar de aanwezigheid van God zelf, een transcendente Andere. Toch is ze niet esoterisch: wat mystici direct en passief beleven is wat alle gelovigen geschonken wordt. Tenslotte worden drie problemen bij de lectuur van mystieke teksten aangeduid: [1] de relatie tussen mystiek en gelukzalig schouwen; [2] de betekenis van de mystieke nacht als een teveel aan licht; [3] het onderscheid tussen verdienste en liefde. |
|